Met elkaar kijken we uit naar het kerstfeest waarbij we de geboorte van Jezus vieren. Wij steken de adventskaarsen aan. Iedere week komt er een kaarsje bij. Als alle vier kaarsen branden, is het Kerst. Dit jaar vieren we Kerst in onze eigen groepen. We zijn al druk met het oefenen van de liedjes.
In groep 1 en 2 zijn de kinderen in de huishoek samen druk met het dekken van de tafel voor het kerstdiner. Hoeveel borden, bestek, bekers heb je nodig? Wat eten we? Daarnaast maken de leerlingen allemaal een lichtje en een raamhanger.
In de taalhoek kunnen ze oefenen met het stempelen van kerstwoorden.
Daarnaast oefenen we met het kopen van spulletjes voor in de kerstboom. Wat kun je kopen voor een bepaald bedrag? Hoeveel geld zit er in je portemonnee? Heb je dan nog wat over? Hierbij komen ook de begrippen genoeg, te veel, te weinig, goedkoop en duur aan de orde.